Het is dinsdag 28 januari en we zitten samen in de auto.
We zijn op weg naar één van onze helden van de muziek.
Popelend, met een klein hartje en veel goesting. We kunnen onze vreugde over het doel van onze rit maar moeilijk temperen. Daarom besluiten we Niels te bellen. Hij is accordeonist van ons trio en het eerste slachtoffer waar we aan denken om ons enthousiasme op los te laten. “Niels? ‘t Zijn hier Anouk en Jeanneke! Raad eens naar wie we onderweg zijn?”. “Aha, band gesprekje via de telefoon” Zegt Niels, “Hoe kan ik nu weten waar jullie naartoe gaan, zeg het eens! ”
“ Naar FAPY LAFERTIN!!!” Roepen we in koor door de telefoon.
Niels is direct mee in ons enthousiasme en bevestigt met de nodige “oooh’s” en aaah’s”. Na een kwartiertje jolen, lachen en verwonderen zijn we al een beetje rustiger.De Zeeuws-Vlaamse velden waar we door rijden helpen ons ook wat te kalmeren. Fapy woont in een ini-mini dorpje net over de Grens. Als we toekomen horen we door het raam gitaargetokkel.
Want inderdaad beste mensen, Fapy Lafertin is gitarist. En niet zomaar eentje. Als je het aan Wikipedia vraagt, geldt hij zelfs als één van de belangrijkste hedendaagse exponenten van de gipsy jazz. Ook ver buiten de krochten van het wereldwijde web is men het er over eens dat Fapy een uitmuntend musicus is. En hoe kan het ook anders, geboren als telg van een Manousch muzikanten Familie. Net als de meeste Manousch muzikanten startte zijn carrière in de familie band, met zijn vader op viool en zijn broer aan de ritme gitaar. Algauw deelde hij het podium met de Limberger Familie en leerde hij Koen De Cauter kennen, waarmee hij later de band Waso oprichtte. Zo ging de bal aan het rollen. Fapy toert rond tot op de dag van vandaag. Als Manoush gitarist is hij bijzonder, maar ook zijn compositiedrang en de invloeden van andere muziek waarnaar hij op zoek gaat, maken hem tot de legende die hij is.
“Allemaal goed en wel, maar waarom gaan jullie eigenlijk les volgen bij een gitarist?” wou Niels aan de telefoon nog weten, “je gaat toch geen gitaar leren spelen zeker?”. En dat vragen jullie je misschien ook wel af. Ik zal jullie alvast gerust stellen, na onze zang-escapades houden we ons wel wat in met het leren van nieuwe dingen. We blijven voorlopig bij viool en een poging tot zingen.
Maar waarom dan les bij een gitarist? Ik zal het jullie vertellen:
Ongeveer een jaar geleden speelden we een concert met onze Roma vrienden-muzikanten uit Gent. Tot onze grote blijdschap zou Fapy ons ook vervoegen. We kenden hem toen enkel van verhalen en via zijn muziek. Samen met hem het podium delen, voelde voor ons als een knuffel krijgen van je tieneridool. De stress die we hierdoor hadden, verminderde al snel toen we ontdekten dat Fapy als mens even nederig is als zijn muziek ingetogen. Omdat optreden en wachten hand in hand gaan, werden er verhalen bovengehaald om de tijd te verdrijven. Zo vertelde Fapy dat hij enkele liedjes kende die hij nooit ergens anders had gehoord dan via zijn vader. Erg oude nummers die in de vergetelheid waren raakten.
Nu een dik jaar later, dachten we plots terug aan die anekdote. Dit beursproject leek ons het ideale excuus om Fapy te contacteren, om hem te vragen ons die bijna vergeten liedjes aan te leren. Want dat is natuurlijk het ultieme doel dat we met dit project kunnen bereiken. Nummers waarvan er nog maar één persoon binnen de gemeenschap de melodie kent, redden van de ondergang! We voelden ons dan ook even ware superhelden toen Fapy instemde met ons plan!
Dat brengt ons dus bij vandaag, dinsdag 28 januari, aan de voordeur van Fapy Lafertin. Als we binnen zijn, wordt ons direct koffie en thee aangeboden. Voor we de instrumenten bovenhalen, houden we als het ware een theekransje. Fapy vertelt honderduit over zijn vader, die zoveel muziek kende, maar die hij nooit in zijn studio kreeg om opnames te maken. Ook zijn nonkel Bamboula Ferret was van hetzelfde kaliber als zijn vader. Dagen, maanden, jaren heeft het geduurd voor Fapy zijn nonkel in de studio kreeg. Bamboula zag er het nut niet van in. Wel was hij aan het musiceren, dag in dag uit. Zo herinnert Fapy zich een avond dat hij zijn nonkel begeleidde op gitaar. Ze speelden nummer achter nummer, lied achter lied. Met de nodige spijs en drank tussendoor bleef Bamboula maar zingen. Rond middernacht gaf Fapy er de brui aan, vingers kapot van de snaren en moe van het spelen. Vanuit zijn bed hoorde Fapy zijn nonkel doorgaan tot 5u in de ochtend. Begeleid door een backing-track cassette. Het repertoire dat die generatie muzikanten kent, is op zijn minst impressionant. Allemaal uit het hoofd. Want noten lezen konden de meesten onder hen niet.
Op een dag lukte het Fapy toch Bamboula in de studio te krijgen. Daar nam hij een cd op, elk nummer maar één keer ingespeeld. Want Bamboula achtte het niet nodig om meerdere takes te doen. “Het zal wel goed zijn”, zei hij. En bij nader inzien was het dat ook. Misschien is het dat wat je hoort op deze plaat, het pure, het authentieke, zonder gesleutel, schoon in zijn eenvoud. Na die opnames heeft Fapy zijn nonkel nooit meer kunnen overhalen weer naar de studio te komen.
Dit verhaal brengt ons weer bij die vergeten liedjes waarvoor we gekomen zijn. We nemen ons instrument erbij en beginnen te spelen. Fapy speelt voor, wij spelen na. We herhalen, we missen, we herhalen, we slagen. Enkele uren, veel klanken en verhalen later verlaten we Fapy’s huis. We hadden ons nooit kunnen inbeelden welk een (voor ons) historisch moment zich daar in dat ini-mini dorp in Zeeuws-Vlaanderen zou afspelen die middag. Eeuwenoude muziek uit de vergetelheid halen, over lands- cultuur- en generatie grenzen heen.
Comments